-
1 blijven
♦voorbeelden:dat kan niet zo blijven • cela ne peut durer ainsiblijven staan • 〈 niet gaan zitten〉 rester debout; 〈 stilhouden〉 s'arrêter; 〈 niet omvallen〉 tenir tout seulblijven steken • 〈m.b.t. iemand〉 être bloqué; 〈m.b.t. iemands betoog〉 avoir perdu le fil de ses idées; 〈m.b.t. iets〉 rester en plan; 〈m.b.t. machine〉 être tombée en panneik blijf werken • je continue à travaillerwaar blijft de tijd! • comme le temps passe!achterwege blijven • ne pas avoir lieudaarbij blijft het • on en reste(ra) làniet lang blijven • ne faire que passerblijf maar! • ne vous dérangez pas!waar blijf je toch? • mais où es-tu donc?waar blijf je nou met je bewijzen? • où sont-elles, tes fameuses preuves?waar zijn wij gebleven? • où en sommes-nous restés?waar is mijn portemonnee gebleven? • où est passé mon portemonnaie?bij iets blijven • maintenir qc.laat dit onder ons blijven • que cela reste entre nousblijf van mijn lijf! • bas les pattes!¶ ergens in blijven • mourir subitement de qc.je kunt aan het verbieden blijven • cela ne sert à rien d'interdireII 〈 koppelwerkwoord〉1 [niet ophouden te zijn] rester♦voorbeelden:anoniem blijven • garder l'anonymatbeleefd blijven • rester poligezond blijven • rester en bonne santéniet goed blijven • se gâter -
2 blijven liggen
blijven liggen -
3 blijven zitten
blijven zitten -
4 vallen
3 [terechtkomen] fall4 [plaatshebben op] fall6 [tot stand komen, ontstaan] 〈zie voorbeelden 6〉7 [op een bepaalde manier zijn] 〈zie voorbeelden 7〉8 [in een situatie terechtgekomen zijn] come, fall9 [sneuvelen] fall (in battle)14 [zich aangetrokken voelen tot] go (for), take (to)♦voorbeelden:1 er valt sneeuw/hagel • it's snowing/hailinguit elkaar/aan stukken vallen • fall apart/to pieceszij kwam lelijk te vallen • she had/took a bad fallzich laten vallen • allow oneself to be dropped, fall, drophij viel languit op de grond • he fell headlong/sprawling to the ground〈 figuurlijk〉 op/over een woord vallen • take offence at/quibble over a wordvan de trap vallen • fall/tumble down the stairsik zou hem/haar niet kennen al zou ik over hem/haar vallen • I wouldn't know him/her from Adam3 zijn blik laten vallen op • let one's eye fall on, cast a glance at4 Kerstmis valt op een woensdag • Christmas (Day) falls on/is a Wednesdayer vielen doden/gewonden • there were fatalities/casualtieser valt een schot • a shot is fired/rings outer viel een stilte • there was a hush, silence felleen woord laten vallen • drop a remarkhet valt niet te ontkennen dat … • there is no denying the fact that …met haar valt niet te praten • there is no talking to herer valt wel iets voor te zeggen om … • there is something to be said for …8 dat valt buiten zijn bevoegdheid • that is/falls outside his authority/jurisdictiondat valt niet onder het contract • that does not come/fall under the contract, that is not covered by the contract12 dat valt goed/verkeerd • 〈 gewaardeerd worden〉 that goes down well/badly; 〈 uitvallen〉 that turns out well/badlyhet viel hem zwaar • he found it hard going/difficulteen eis laten vallen • drop a demandiemand laten vallen • drop/ditch someonehij liet de aanklacht vallen • he dropped the charge -
5 vallen
1 [algemeen] tomber2 [los neerhangen] (re)tomber3 [zich aangetrokken voelen tot] avoir un faible pour♦voorbeelden:bommen laten vallen • lâcher des bombeseen gat in zijn knie vallen • s'ouvrir le genou en tombanter valt sneeuw • il neigehet toneelstuk is gevallen • la pièce de théâtre a fait un fourde vesting is gevallen • la forteresse est tombéehij laat alles vallen • tout lui glisse des mainshet anker laten vallen • jeter l'ancrezich laten vallen • se laisser tomberzijn beste vriend laten vallen • lâcher son meilleur amihij viel languit op de grond • il s'étala de tout son longop, over een woord vallen • tiquer sur un motde verantwoordelijkheid valt op … • la responsabilité incombe à …haar aandacht viel plotseling op die man • son attention fut soudain attirée par cet hommeKerstmis valt op een woensdag • Noël tombe un mercrediover een steen vallen • trébucher sur une pierreuit de handen vallen • échapper des mainsvoor het vaderland vallen • mourir pour la patriehet vallen van de bladeren • la chute des feuillesbij het vallen van de nacht • à la tombée de la nuitin plooien vallen • retomber en plisniet op elkaar vallen • ne pas être fait l'un pour l'autreer vielen doden • il y eut des mortswat valt er te doen? • qu'est-ce qu'il y a à faire?een kandidaat laten vallen • faire échouer un candidatiets laten vallen van de prijs • rabattre un peu du prixhij liet de aanklacht vallen • il a retiré sa plainteer viel niet aan te tornen • il n'y eut rien à fairedat valt goed • cela tombe bienin een bepaalde categorie vallen • tomber dans une certaine catégorievallen onder • être du ressort deal naar het valt • suivant le cas -
6 dag
dag1〈de〉1 [dageraad] day(break)2 [daglicht] daylight3 [toestand/tijd dat de zon boven de horizon is] day(time)4 [etmaal] day♦voorbeelden:1 voor dag en dauw op zijn/opstaan • be up/get up at the crack of dawnvoor dag en dauw • 〈 ook〉 before cockcrow/daybreak2 het misdrijf komt aan de dag • the crime will come to light/come outveel moed aan de dag leggen • show/display great courageaan de dag treden • emerge, become apparent 〈 bijvoorbeeld gebreken〉voor de dag komen • come to light, surface, appearmet iets voor de dag komen • 〈 een voorstel doen〉 come forward/up with something; 〈 zich presenteren〉 come forward, present oneselfgoed voor de dag komen • make a good impressionvoor de dag halen • bring to light, producedat is zo klaar als de dag • that is as clear as dayvan de dag een nacht maken • turn day into nightdag en nacht bereikbaar • available day and nightbij klaarlichte dag • in broad daylighthet is/wordt dag • day is breakinghet is kort dag • time is running out (fast), there is not much time (left)het is morgen vroeg dag • we must get up early/get an early start tomorrowbij dag • by dayeen gat in de dag slapen • sleep well into the dayiemand de dag van zijn leven bezorgen • give someone the time of his lifede dag des oordeels • Judgement Dayhalve/hele dagen werken • work half/full timede jongste dag • the latter daylange dagen maken • work long hourser gaat geen dag voorbij of ik denk aan jou • not a day passes but I think of youwat is het voor dag? • what day (of the week) is it?morgen komt er weer een dag • tomorrow is another daydag in, dag uit • day in day outdag aan/op/na dag • day by/after dayhet wordt met de dag slechter • it gets worse by the dayom de andere dag/de drie dagen • every other day, every three daysop een (goede/mooie) dag • one (fine) dayop de dag af • to a/the day24 uur per dag • 24 hours a daytot op deze dag /de dag van vandaag • to this (very) dayik weet het nog als de dag van gisteren • I remember as if it were only yesterdayvan dag tot dag • daily, from day to dayvan de ene dag op de andere • from one day to the nextzijn laatste dagen slijten • end one's daysde oude dag komt met gebreken • infirmity comes with old agedezer dagen • 〈 komende dagen〉 in the next few/coming days; 〈 recentelijk〉 in the last few/in recent daysvandaag de dag • nowadays, these daysin mijn dagen • in my dayin de dagen van het schrikbewind • during the reign of terrorouden van dagen • the elderly6 zeg maar dag met je handje • 〈 kindertaal〉 wave bye-bye/goodbye; 〈 figuurlijk〉 you can kiss that goodbye————————dag2♦voorbeelden:1 dáág! • bye(-bye)!, bye then〈 informeel〉 ja, dáág! • forget it! -
7 nacht
1 night♦voorbeelden:1 dag en nacht • day and night, night and day〈 figuurlijk〉 niet over één nacht ijs gaan • take no chances, look before one leapsik moet bij nacht en ontij opstaan • I have to get up at the most ungodly hoursde afgelopen/komende nacht • last night, tonightde hele nacht wakker liggen • lie awake all nightde hele nacht doorfeesten • make a night of itik zou er nog maar eens een nachtje over slapen • why don't you sleep on it?het werd nacht • night/dark(ness) felltot laat in de nacht • deep into the nightin de nacht van vrijdag op zaterdag • in the night of Friday to Saturdayzo lelijk als de nacht • (as) ugly as sinvan de nacht een dag maken • turn night into day's nachts • at nightom drie uur 's nachts • at three o'clock in the morning, at three a.m. -
8 tijdig
См. также в других словарях:
Name — 1. Besser der Name als der Leib am Galgen. (S. ⇨ Acht.) – Sutor, 373. 2. Böser nam tödt den man. – Franck, II, 192b; Lohrengel, I, 100. 3. De Namen der Gecken stönnt op alle Ecken. (Bedburg.) 4. Der gute Nam kann nicht begraben werden, nur der… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Sack — 1. Alte Säcke brauchen viel Flecke. – Winckler, IX, 57. 2. Alte Säcke näht man nicht mit Seide. – Eiselein, 538. 3. An einem neuen Sacke bleibt das Mehl hängen. Holl.: Aan nieuwe zakken blijft het meel hangen. (Harrebomée, II, 487b.) 4. An einem… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Fuchs — (s. ⇨ Reineke). 1. Ale Fichse gihn schwer ei s Eisen. (Oberlausitz.) 2. Alle listigen Füchse kommen endlich beym Kirssner in der Beitze zusam. – Petri, II, 6; Simrock, 2888; Körte, 1678; Reinsberg II, 46. Frz.: Enfin les renards se trouvent chez… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Bauer (der) — 1. Armer Bauern Kälber und reicher Herren Töchter werden nicht alt. – Kirchhofer, 347. 2. Auch der Bauer isst nicht ungesalzen. Was ihm indess von seinem Schulzen, Landrath oder Pfarrer vorgepredigt wird, ist in der Regel nicht mit attischem… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Glück — 1. Am Glück ist alles gelegen. Frz.: Il n y a qu heure et malheur en ce monde. Lat.: Fortuna homini plus quam consilium valet. 2. Bâr d s Glück hat, fürt di Braut hem. (Henneberg.) – Frommann, II, 411, 141. 3. Bei grossem Glück bedarf man gute… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Fallen — 1. All as t fallt, säd de Jung, as de oll Frû mit n Näsdrüppel an de Nös em frog; op he n Pankôken hebben wull. (Holst.) – Hoefer, 539. 2. As t fallt, säd Úlenspegel, so êt ik. (Hamburg.) – Hoefer, 1095. Ich esse, wie s kommt, sagte Eulenspiegel; … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Simon Carmiggelt — Infobox Writer name = Simon Carmiggelt imagesize = 200px caption = Statue of Simon Carmiggelt at the 1e Weteringschansplantsoen in Amsterdam. pseudonym = Kronkel, Karel Bralleput. birthdate = birth date|1913|10|7|mf=y birthplace = The Hague,… … Wikipedia
Simon Carmiggelt — Simon Johannes Carmiggelt (La Haye, 7 octobre 1913 – Amsterdam, 30 novembre 1987), écrivain néerlandais, auteur, sous une multitude de pseudonymes différents, de poésies, de sketches, de nombreux récits, et d’un unique roman de grande ampleur… … Wikipédia en Français
Gelehrt — 1. Allzu gelehrt taugt nicht. – Henisch, 1458, 48. 2. Der gelert, der (ist) werdt. – Franck, I, 89a; Lehmann, 294, 19. 3. Der ist gelehrt, der seine Kunst mit Sack voll Golt kan auff den Tisch stellen. – Lehmann, 294, 24. Holl.: Geleerdheid… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Abenteuer — 1. Abenteuer ist selten allein. 2. Abenteuer ist selten geheuer. Vläm.: Avontuur is rond. 3. Abenteuer kommen nicht zum Frühstück. Vläm.: Avontuur komt niet bij vroeg opstaan. *4. Auf Abenteuer schauen (warten). – Grimm, I, 28. Bei den… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon